Verdronken stad Reimerswaal

--- Beleef ---

Ongeveer op de plek van huidige Bergse Diepsluis lag vroeger Reimerswaal. De historische stad Reimerswaal lag op Zuid-Beveland en was gedurende de late middeleeuwen na Middelburg en Zierikzee de derde stad van Zeeland.

De oorsprong van het verdronken Reimerswaal is onduidelijk. Uit 1203 stamt de eerste melding van een uit Reimerswaal afkomstige inwoner. Reimerswaal verkreeg in 1375 stadsrechten, gemodelleerd naar die van Middelburg.

Dit was een bevestiging van de handelspositie die de stad had. Reimerswaal lag aan de Oosterschelde, destijds de belangrijkste aftakking van de Schelde, en het was een van de aanzienlijkste havens in de regio. De voornaamste handelswaar was meekrap waaruit een rode kleurstof gewonnen werd die bestemd was voor de Vlaamse markt. Het gewas werd in heel Zuid-Beveland verbouwd.

Gedurende de zestiende eeuw werd Reimerswaal steeds kwetsbaarder voor overstromingen. Door zoutwinning was de bodem rondom Reimerswaal ernstig verzakt geraakt. Op Sint Felix, (zaterdag 5 november) 1530 werd de streek geteisterd door een enorme stormvloed. Deze dag zou later bekend komen te staan als quade saterdach. De stad zelf werd niet weggevaagd door de Sint-Felixvloed maar een groot deel van het omliggende land wel. Er werd gedacht aan de herbedijking van het gebied ten oosten van Reimerswaal. Een nieuwe vloed in 1532 maakte echter aan deze hoop een einde. 2 november 1532 was er weer een grote stormvloed, waardoor de stad voorgoed werd afgesneden van Zuid-Beveland.

Zonder handelswaar en achterland raakte Reimerswaal in een grote economische crisis. Handel en nijverheid liepen snel terug in de stad. Bovendien had de stad op het steeds kleiner wordende eiland nauwelijks bescherming tegen de oprukkende zee. Een volgende grote storm in 1551 verwoestte de herstelde dijken waardoor ook de laatste dorpen rondom Reimerswaal verdwenen. Tevens liep de stad zelf wederom onder water. In 1555 brak de laatste dijk rond Reimerswaal door en drong het water op tot aan de stadsmuren. In 1557 smeet een nieuwe vloed de wallen omver waarbij veel huizen verloren gingen. In 1561 en 1563 volgden de watersnoden elkaar in snel tempo op. De meeste inwoners verlieten het eiland. Zij trachtten in Tholen of Zierikzee hun nering voort te zetten en een nieuw bestaan op te bouwen.

Een verdere misrekening was dat het stadsbestuur van Reimerswaal ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog aan de kant van de Spaanse koning ging staan. De geuzen veroverden de stad in 1573 en brandden Reimerswaal plat. Drie jaar lang was de stad verlaten. Toch keerden enkele bewoners terug in de hoop de stad op te bouwen. Dit lukte nauwelijks.

Aan het begin van de zeventiende eeuw was Reimerswaal gereduceerd tot een dorp bestaande uit enkele bouwvallige huizen. In 1626 en 1632 verkochten de Staten van Zeeland de restanten van de huizen en wallen. Aan het eind van de zeventiende eeuw resteerde van Reimerswaal een klein eiland met enkele ruïnes. Begin achttiende eeuw verdween ook dit laatste restant in de golven. In 1978 bouwde Rijkswaterstaat een schutsluis (de Bergse Diepsluis) op een van rijkste archeologische monumenten van Nederland, als onderdeel van de Oesterdam. De restanten liggen vanaf die tijd onder een laag asfalt. (bron Wikipedia)

Oesterdam 2
Tholen